Het abc van de wederopbouwreserves

Wederopbouwreserves

Hebben we niet al genoeg op onze reserves geteerd? Tijd voor wederopbouw! 

Komen we de coronacrisis te boven? Ja hoor, niet teren op onze reserves maar reserves opbouwen is hier de boodschap.

De Wet van 19 november 2020 voerde een wederopbouwreserve voor vennootschappen in. Middels deze wet is een bijkomende maatregel genomen binnen de vennootschapsbelasting.

Het abc van de wederopbouwreserves:

1

Wat voorafging

Elke spannende serie start met ‘wat voorafging’. U kan uiteraard ook vooruit spoelen, maar om het volledige plaatje te zien delen we u mee dat het voorstel om vennootschappen toe te laten een fiscaal vrijgestelde wederopbouwreserve te laten aanleggen niet nieuw is.

Het voorstel lag al langer op tafel samen met de ‘carry back’. Binnen de Kamer werd de episode ‘wederopbouwreserves’ echter niet met groot jolijt ontvangen. Daar waar de ‘carry back’ regeling al on the air is gekomen, werd de wederopbouw-episode een afzonderlijk wetsvoorstel ‘de spin-off’.

De première kwam er alsnog met de wet van 19 november 2020.

2

Close-up: de Wet van 19-11-2020

De wet voorziet in de mogelijkheid voor vennootschappen om onder bepaalde voorwaarden een vrijgestelde reserve aan te leggen tot beloop van het verlies dat zij geleden hebben in het boekjaar dat afsluit in 2020 (nieuw art. 194quater/1 WIB 1992). Die wederopbouwreserve wordt bijgevolg niet als winst aangemerkt binnen de grenzen en onder de hierna gestelde voorwaarden.

De insteek van de wet is dat de winsten in de vennootschap blijven om de geleden verliezen ten gevolge van de coronacrisis te compenseren. Zo kunnen vennootschappen bouwen aan hun ‘happy end’ en hun vermogen opwaarderen. Vennootschappen kunnen hun solvabiliteitspositie terug geleidelijk aan herstellen. Deze wederopbouwreserve laat toe om toekomstige winsten, vanaf aanslagjaar 2022, fiscaal gunstig in de vennootschap te behouden door deze vrij te stellen om zo de vennootschap, mits ze haar eigen vermogen en haar tewerkstellingspeil behoudt, zo snel mogelijk terug over een gelijkwaardig eigen vermogen te laten beschikken van vóór het COVID-19-tijdperk.

U bent mee, een belangrijk instrument in de toekomstige fiscale planning van uw vennootschap! Een overweging die daarbij ongetwijfeld kan meespelen, is dat de nieuwe vrijstelling niet definitief is; zij is slechts voorwaardelijk. De vrijgestelde wederopbouwreserve zal vroeg of laat hoe dan ook belast worden.

3

And the plot thickens

De wederopbouwreserve wordt “per belastbaar tijdperk” (verbonden aan de aanslagjaren 2022, 2023 of 2024) aangelegd “ten belope van een bedrag beperkt tot de belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve”.

Als de algemene vergadering van een vennootschap beslist om van de winst van het boekjaar A 100 te reserveren, kan de volle 100 vrijgesteld worden. Er zijn wel een aantal beperkingen en formaliteiten.

De grote lijnen als volgt:

  • de wederopbouwreserve kan aangelegd worden op het einde van het boekjaar met betrekking tot de aanslagjaren 2022, 2023 of 2024;
  • het maximumbedrag van deze wederopbouwreserve is in principe beperkt tot het bedrijfsverlies van het boekjaar op de afsluitdatum van het boekjaar in 2020, met als maximum 20 miljoen euro. Een onderneming waarvan het bedrijfsresultaat van het boekjaar afgesloten in 2020 niet in verlies is, kan dus niet genieten van de regeling;
  • de wederopbouwreserve is onderworpen aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde, dit betekent dat deze vrijgestelde reserve belastbaar wordt uiterlijk bij het sluiten van de vereffening. Of zoals de wet het uitdrukt : de reserve wordt slechts vrijgesteld "in zoverre zij op één of meer afzonderlijke rekeningen van het passief geboekt is en blijft en niet tot grondslag dient voor de berekening van de jaarlijkse dotatie aan de wettelijke reserve of van enige beloning of toekenning";
  • de vennootschappen die banden hebben met belastingparadijzen worden uitgesloten van het voordeel van deze vrijstelling;
  • de wederopbouwreserve, worden geheel of gedeeltelijk aangemerkt als winst van het belastbare tijdperk indien de vennootschap in dat belastbare tijdperk:
  1. een inkoop van eigen aandelen verricht, ten belope van de waarde van de inkoop;
  2. dividenden toekent of uitkeert ten belope van het bedrag van het dividend;
  3. een kapitaalvermindering of elke andere vermindering of verdeling van het eigen vermogen verricht, ten belope van het bedrag van de kapitaalvermindering of verdeling;
  4. een terugname van de vrijstelling moet ook gebeuren als de vennootschap niet voldoet aan een ‘bezoldigingstest’. Kort door de bocht, komt die erop neer dat de vrijstelling ook moet worden teruggenomen als het bezoldigingsniveau daalt onder een bepaalde grens (85%).

Opvallend is, dat de wettekst in dit verband geen einddatum vermeldt. Neem het geval waarin een vennootschap overgaat tot een dividenduitkering. De vrijstelling van de reserve moet dan tot beloop van het bedrag van die dividenden teruggenomen worden. Het is onbelangrijk wanneer die dividenduitkering gebeurt. Met andere woorden: elke dividenduitkering heeft een terugname van de vrijstelling (ten belope van het dividendbedrag) tot gevolg, en dit zolang de wederopbouwreserve bestaat en nog niet volledig werd belast.

4

The end

Bij de wederopbouwreserve moet de onaantastbaarheidsvoorwaarde nageleefd worden (anders gaat de vrijstelling verloren). Zelfs als de vennootschap ten aanzien van de vrijgestelde wederopbouwreserve de onaantastbaarheidsvoorwaarde naleeft, moet de vrijstelling toch geheel of gedeeltelijk worden teruggenomen. Dit is het geval indien de vennootschap bepaalde verrichtingen doet (aandelen inkoopt, dividenden uitkeert, enz.). De vrijgestelde reserve wordt dan ten belope van die dividenden belastbaar.

Een interessante fiscale tool in het arsenaal van Mon3aan om de vennootschappen met verlies door de komende jaren te loodsen. Maar vergeet niet, vroeg of laat vervalt de vrijstelling.

Nog niet genoeg gehad? De Commissie voor Boekhoudkundige Normen heeft een ontwerpadvies uitgebracht over de wederopbouwreserves. CBN-ontwerpadvies 2021/XX d.d. 10.02.2021 zet de boekhoudrechtelijke verwerking van de wederopbouwreserves uiteen.

Wil je graag meer weten over de wederopbouwreserves? Neem dan contact op met ons en vraag het aan onze financiële experten.

Wil je graag meer blogs lezen en bijleren over alles wat Corporate & Finance omvat?
Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief.

Liese Leman

Liese Leman

Juriste

Mondriaan Corporate & Finance BV

09 247 47 65
Info(at)Mon3aan.be